Op de middelbare school waar ik werk zitten leerlingen met speciale behoeftes. In een gemiddelde klas is het niveau Nederlands en rekenen vergelijkbaar met een groep 6 van de basisschool, enkele uitschieters daargelaten. Voor hen is er de mogelijkheid de MBO entree-opleiding te volgen binnen de veilige muren van onze school. Bas kreeg hier lucht van en kwam op me afstormen. Ons gesprek ging als volgt:
“Juf, klopt het dat je hier naar het MBO kan?”
“We hebben een MBO-klas, ja, dat klopt.”
“Oh, echt? En wat kun je dan leren?”
“Er zijn verschillende richtingen, zoals horeca, zorg en welzijn…” Hier valt Bas me in de rede.
“Echt? Zorg? Kun je dan gaan werken in de zorg?”
“Dat zou zomaar kunnen.”
“Oh dat is echt vet. Ik wil heel graag met mensen werken en ze helpen. Denkt u dat ik dat kan?”
Goed, het enthousiasme moge duidelijk zijn. Nu moeten jullie iets weten over Bas. Bas is geadopteerd en heeft een zeer ernstige hechtingstoornis, autistische trekken en hij mist een been. Hij kwam de les vrijwel altijd binnen met een “jeeez wat is dit een stomme les” en “u weet echt niks van ICT”. Met dat laatste ben ik het wel eens en ik heb er vanaf het begin al moeite mee dat de computerlessen ICT worden genoemd. Dat schept toch bepaalde verwachtingen, zo bleek maar weer.
Door de hechtingstoornis is de basishouding van Bas dat hij toenadering zoekt en goedkeuring en wanneer je die geeft, duwt hij je net zo hard weer van je af. Soms met woorden, soms met wegstormen uit de klas en een slaande deur tot besluit. Ik had hem nog nooit enthousiast of gemotiveerd gezien. Tot dat gesprek.
Ik bood Bas aan dat hij wel een middag mee mocht draaien met de MBO-groep. Het glinsteren van zijn ogen was als een sterrenhemel die ik nog niet kende. De meeloopmiddag was een groot succes. Hij heeft zelfs opdrachten gemaakt op MBO 2-niveau, foutloos, en had daarbij geen enkele aansturing nodig.
“Zal ik met je mentor gaan praten om te bespreken of je volgend jaar naar de MBO-klas mag?”
“Wilt u dat voor mij doen?” Bas was buiten zinnen en vroeg me weer: “Denkt u echt dat ik dat kan?”
Ik besprak mijn voorstel met de mentor en de orthopedagoog en Bas mag volgend jaar naar de MBO-klas. Wanneer ik hem nu op de gang zie, zie ik een blije jongen, ambitieus en met een toekomstperspectief.
Iedereen heeft zoveel meer in zich dan je op het eerste gezicht ziet en de kunst is om je passie te vinden, zodat het vlammetje in jou volop gaat branden en je je volledige potentieel gaat gebruiken. Als leerkracht is het je taak om het potentieel in jouw leerlingen al te zien, veel eerder dan zij het zelf zien. Op de vraag van Bas was maar één juist antwoord: “Ja, natuurlijk kan jij dat!”
Voor een betere werking van onze platforms en om je relevantere informatie te kunnen tonen, gebruiken we cookies en soortgelijke technologieën, zowel van KlasseStudent als van derden. Voor meer info ga naar Cookie Statement