De Wet op het voortgezet onderwijs
De meeste leerlingen in Nederland doen de middelbare school op mavo-, havo- of vwo-niveau. Het lijkt heel erg logisch dat het zo gaat in Nederland, maar iets meer dan 50 jaar geleden was er nog geen sprake van een dergelijk systeem. Dit systeem hebben we namelijk te danken aan de “Mammoetwet”.
De Wet op het voortgezet onderwijs – de échte naam van de Mammoetwet – is ingegaan op 1 augustus 1968. Voor deze wet was er de mulo (meer uitgebreid lager onderwijs), de mms (middelbare meisjesschool) en de hbs (hogereburgerschool). Het was voorheen ook mogelijk om na de lagere school aan een beroepsopleiding te beginnen. Al deze schooltypes zijn daarna dus veranderd in mavo, havo en vwo. Met het idee dat elke leerling zowel een algemene als beroepsopleiding zou moeten volgen.
Maar waarom heeft deze wet de geuzenaam “Mammoetwet” gekregen dan? Dat komt doordat kamerlid Anton Roosjen het niet eens was met de invoering van de wet. Omdat de wet zo groot was en zo veel verandering zou veroorzaken, gebruikte hij de metafoor dat deze “mammoetwet” maar in het sprookjesleven moest voortbestaan.
De kritiek van Roosjen hield geen stand. Daarom kan je nu toenmalig premier Jo Cals stralend zien poseren voor een krijtbord met een daarop getekende mammoet.