Door: Louise Boë
Ik verras mijn leerlingen graag. Zo nam ik laatst een kleerhanger mee en vertelde ik ze:
“Dit is een kleerhanger, maar wat maak ik er nu van?”. Ik houd de kleerhanger aan weerszijden vast en draai er een beetje mee van links naar rechts.
“Een stuur!”, roept Bas. Bas heeft het helemaal goed gezien en ik vertel over de magische kleerhanger die alles kan zijn wat jij ervan maakt. Ik geef hem aan Marit door.
“Maak er maar iets anders van Marit. Beeld het maar uit.” .
Marit vindt dit, net als de rest van de klas zo blijkt later, enorm moeilijk. Ik zie ze denken: dit is toch een kleerhanger? Hoezo kun je er iets anders van maken?
Welkom in de wereld van creatief denken. Ik besef hoe mijn leerlingen gewend zijn aan voorgekauwde lesstof uit een boekje en dat ze weinig zelf leren nadenken. Laat staan out of the box te denken. We leven veelal in vaste patronen en structuren. Die bieden veiligheid en dat is fijn, maar de prikkel tot zelf nadenken, zelf creëren, ontbreekt. Creatief denken is een van de 21st century skills: een noodzakelijke vaardigheid om je in de 21e eeuw te kunnen redden. Wat houdt creatief denken in en hoe kunnen we dit implementeren binnen onze klaslokalen?
Creatief denken heeft alles te maken met flexibel denken: een must in de huidige, snel veranderende maatschappij. Het stimuleert het probleemoplossend vermogen door dingen met elkaar te verbinden die ogenschijnlijk niets met elkaar te maken hebben. Het ontwikkelen van nieuwe toepassingen is een zeer bruikbare vaardigheid in een complexe samenleving. Creatief denken gaat om originaliteit en bruikbaarheid; door met verrassende ideeën te komen ontwikkel je de mogelijkheid om de wereld te veranderen. We besteden in het onderwijs veel aandacht aan vakken als Nederlands, wiskunde en Engels, maar er is weinig aandacht voor het ontwikkelen van flexibiliteit en kansen zien waar een ander die niet ziet. Wanneer je creatief kunt denken, leer je hoe te handelen als je vastloopt zodat er weer ruimte, en dus mogelijkheden, ontstaan. Fantastisch toch?
Waar het mijns inziens vaak misgaat is dat creativiteit teveel in verband wordt gebracht met de kunstvakken zoals muziek en beeldende vorming. Kun je goed tekenen of gitaar spelen dan ben je creatief. Maar wat te denken van een leerling die verschillende manier bedenkt om tot het antwoord van een som te komen? Of de fietsenmaker die een oude fiets uit elkaar haalt, onderdelen repareert en hem weer in elkaar zet? Elk mens is creatief op zijn eigen manier. Creativiteit is inherent aan het leven. We hadden nooit een maatschappij kunnen creëren zoals we die nu kennen zonder creativiteit.
Creatief denken stimuleren in de klas is makkelijk als je uitgaat van bepaalde eigenschappen die bij creatief denken horen, zoals nieuwsgierig zijn; je verwonderen; niet zomaar alles aannemen, maar vragen stellen; eigenwijs zijn; kritisch zijn; je fantasie gebruiken en onderzoek doen. Waar je voor moet zorgen is dat je deze elementen terug laat komen in de les. Een kind verwondert zich van nature over de wereld om zich heen. Een kind gebruikt zijn fantasie en stelt de hele dag door vragen, gaat op onderzoek uit, voelt, proeft, ruikt, speelt, ontdekt. Kortom: creatief denken is onze natuur. Je kunt het toepassen binnen elk vakgebied. De creatieve leerkracht zorgt ervoor dat er weer beroep wordt gedaan op deze aangeboren vaardigheid die we gaandeweg het leven verleren.
Laat ruimte voor leerlingen om eigen vragen te stellen bij een onderwerp, laat ze antwoorden bedenken en uitproberen zonder meteen het label goed of fout eraan te hangen, laat ze kritisch kijken naar hun eigen werk en dat van anderen, laat ze fouten maken en laat ze samenwerken. In het creatieve proces kom je samen verder dan alleen. Ieder heeft een unieke kijk op de wereld, hetgeen je laat nadenken over jouw eigen ideeën. Dus gewoon doen, dat creatief denken.
Daar sta ik weer vol enthousiasme in mijn klas, dit keer met een lege doos. We hebben de oefening inmiddels vaker gedaan en dus weten de leerlingen wat de bedoeling is. In plaats van weggedoken gezichten en “wat moet ik hier nu mee?”-blikken dit keer een enthousiaste Marit die haar hand opsteekt: “Ik weet iets!”. Ze legt de doos voor zich neer, kijkt ernaar en doet alsof ze iets vast heeft in haar hand waar ze af en toe met een vinger op drukt.
“Een tv!”, schreeuwt Janneke. De doos wordt die les nog een hoed, een konijnenhok, een voetbal, een bierkratje en ontelbaar veel meer. Want dat is het leuke van creatief denken: alles kan en er zijn oneindig veel mogelijkheden.
Bronnen: